Skip main navigation

Leven – niet overleven!

Deze tekst legt uit hoe het MAMMI onderzoek gestart is.
MAMMI logo
© Universitair Medisch Centrum Groningen

De eerste aanleiding voor het ontwikkelen van deze cursus was in 2010. Deírdre Daly, verloskundige en onderzoeker van Trinity College Dublin, kwam in haar praktijk een vrouw tegen die voor het eerst bij haar op het spreekuur kwam in het begin van haar tweede zwangerschap. Ze was 12 weken zwanger en tijdens het bezoek kwamen alle gebruikelijke onderwerpen aan de orde: hoe ze zich voelde, haar gezondheid en hoe ze het vond om weer zwanger te zijn.

Al haar antwoorden gaven aan dat ze gezond was, maar het leek erop of ze iets achterhield in het gesprek. Dit is niet ongebruikelijk. Verloskundigen geven vaker aan dat vrouwen zich pas openstellen op het moment dat ze het idee hebben dat ze de verloskundige kunnen vertrouwen. Bovendien heb je het bij de verloskundige over ontzettend veel persoonlijke en gevoelige onderwerpen: alcohol, drugs, ziektes en aandoeningen, seks etc. Veel van deze onderwerpen zijn moeilijk om over te praten. De vrouw kwam voor een tweede bezoek naar de praktijk, maar nog steeds leek het erop dat ze bepaalde onderwerpen niet aansneed of besprak. Toen ze 26 weken zwanger was kwam ze voor de derde keer en barstte in huilen uit. Ze vertelde dat ze urine en ontlasting verloor. Ze had er geen controle over.

Ze vertelde dat dit al gebeurt sinds ze twee jaar geleden haar eerste kind kreeg. Ze huilde en vertelde over de ellende die ze in de afgelopen 2 jaar in stilte en in het geheim had doorstaan. Ze vertelde dat haar leven ellendig was door deze problemen en dat ze constant bang was dat ze een ongelukje zou krijgen, bang dat ze “betrapt” zou worden wanneer dit publiekelijk zou gebeuren terwijl zij gewoon probeerde haar dagelijks leven te leiden.

De relatie met haar partner was negatief veranderd, omdat ze bang was hem te vertellen wat er aan de hand was en omdat ze bang was dat ze ook tijdens de seks urine of ontlasting zou verliezen. Ze probeerde het ooit aan te kaarten bij een zorgprofessional, maar daar kreeg ze te horen dat dit nou eenmaal weleens gebeurt. Ze was lichamelijk en geestelijk op en merkte dat ze zich steeds verder terugtrok in het contact met haar partner, vrienden en sociale leven.

Nadat ze besloot haar probleem te delen en zich open te stellen, verzekerde Deírdre haar dat het zeker niet de bedoeling is om urine en ontlasting te verliezen. Er zijn behandelingen om dit probleem om te lossen. Ze verwees haar naar een bekkenbodemfysiotherapeut en ze kreeg de hulp die ze zo hard nodig had. Tegen het einde van de zwangerschap was haar probleem opgelost, ze had weer controle over haar bekkenbodemspieren en verloor geen urine en ontlasting meer.

We kunnen concluderen dat het enige wat deze vrouw nodig had tijd was en iemand om mee te praten en die naar haar luisterde. Nadat ze haar verhaal had gedaan ging Deírdre op zoek naar informatie over het aantal vrouwen met soortgelijke problemen. Ze kon het niet geloven, maar hier was niets over te vinden. Er was nauwelijks informatie te vinden over de gezondheid van vrouwen nadat ze bevallen waren. De informatie in Ierland over gezondheid van vrouwen tijdens de zwangerschap en de geboorte was redelijk goed. Maar zodra een vrouw bevallen is wordt er geen informatie meer verzameld over haar gezondheid. Dit geldt niet alleen voor Ierland, maar voor vele andere landen over de hele wereld. Gegevens over de gezondheid van vrouwen na de bevalling worden niet tot nauwelijks verzameld.

De MAMMI-studie

Het verhaal van de vrouw hierboven was de aanleiding en de inspiratie voor het onderzoek naar de gezondheid van moeders na de bevalling. De studie kreeg de naam: MAMMI. 3047 vrouwen deden mee. Op basis van wat zij vertelden is deze cursus voor Ierse vrouwen ontwikkeld. Op basis van die versie is ook voor Nederlandse vrouwen de cursus ontwikkeld die past bij de Nederlandse situatie en de ervaringen van Nederlandse vrouwen.

In de MAMMI-studie is gevraagd naar algemene gezondheid, urine- en ontlastingsincontinentie, pijn, seksualiteit, geestelijke gezondheid en huiselijk geweld. Uit het onderzoek bleek al snel dat veel vrouwen gelijksoortige ervaringen hadden. In veel landen richt postnatale gezondheidszorg zich vooral op de baby en niet zozeer op de moeder, waardoor haar behoeftes over het hoofd gezien kunnen worden.

Daarom richt deze cursus zich op de vrouw en niet op de baby. We willen dat vrouwen over de hele wereld hun eigen gezondheid goed kunnen bewaken en behouden doordat ze goed geïnformeerd worden en begrijpen welke veelvoorkomende gezondheidsproblemen ze kunnen hebben en waardoor deze veroorzaakt worden. Belangrijk is dat we willen dat vrouwen herkennen welke gezondheidsproblemen ze kunnen hebben en hoe ze daar zelf iets aan kunnen doen, al dan niet door naar een zorgprofessional zoals een huisarts of een verloskundige te stappen en dat ze weten hoe ze deze gesprekken moeten voeren. Daarnaast willen we dat ze weten dat ze niet alleen zijn. Vele vrouwen voor hun hebben hetzelfde meegemaakt en delen in deze cursus hun ervaringsverhalen.

© Universitair Medisch Centrum Groningen
This article is from the free online

Gezondheid na je zwangerschap: Hoe voel jij je?

Created by
FutureLearn - Learning For Life

Reach your personal and professional goals

Unlock access to hundreds of expert online courses and degrees from top universities and educators to gain accredited qualifications and professional CV-building certificates.

Join over 18 million learners to launch, switch or build upon your career, all at your own pace, across a wide range of topic areas.

Start Learning now